Montessori- en voltijds hoogbegaafden onderwijs.

Informatie montessori onderwijs

"Wij moeten met al onze kennis, inzicht en vernuft het kind tegemoet treden om het te inspireren tot een houding van nieuwsgierigheid en betrokkenheid. Dat te organiseren is de wezenlijke opdracht van de school."
Maria Montessori

Maria Montessori
Maria Montessori werd geboren in 1870. Zij was de eerste vrouw in Italië die afstudeerde als arts. Scholen richtten zich vooral op het overbrengen van kennis en hielden nauwelijks rekening met de behoeften van kinderen.

Maria Montessori keek op een geheel nieuwe manier naar kinderen. Zij had vertrouwen in de vele mogelijkheden van het kind. Ze richtte in de sloppenwijken van Rome kinderopvanghuizen op, waar ook hele jonge kinderen hele dagen naar school konden. In haar observaties zag ze dat kinderen graag actief bezig zijn en dat ze zich ontwikkelen door handelend bezig te zijn. Ze ontwierp allerlei materialen waarmee het kind al handelend kan leren en inzicht kan krijgen. Het waren materialen die aansloten bij de behoefte van het kind en die pasten bij verschillende ontwikkelingsfases. Ze richtte de omgeving van de kinderen in met klein, licht en door de kinderen zelf verplaatsbaar meubilair. Dat was heel bijzonder in die tijd.

Maria Montessori gaf de kinderen de vrijheid om hun eigen activiteiten te kiezen, omdat ze ervan overtuigd was, dat kinderen het best leren als ze bezig kunnen zijn met wat hen interesseert. Er bestond veel belangstelling voor haar manier van werken en uit de hele wereld kwamen mensen in haar scholen kijken. Vanaf 1909 gaf ze cursussen en publiceerde ze over haar visie, uitgangspunten en methode in een aantal artikelen en boeken. Maria Montessori overleed in 1952.

In 1916 startte de eerste Montessorischool in Nederland in Den Haag. Voor meer informatie over Maria Montessori en het Montessori-onderwijs kunt u deze links volgen, maar u kunt ook via internet een overzicht bekijken van de diverse uitgaven: www.montessori.nl. Hier vindt u diverse links met betrekking tot Maria Montessori en het Montessori onderwijs.

Er zijn nu Montessorischolen over de hele wereld en al die scholen gebruiken voor een groot deel dezelfde, voor Maria Montessori ontwikkelde materialen. Op een Montessorischool in India hebben ze bijvoorbeeld ook "de roze toren" net als bij ons op school. Er zijn in Nederland 160 Montessori-basisscholen.

Er is een wereldwijde Montessori vereniging, de AMI, en een Nederlandse Montessori Vereniging, de NMV, waarbij alle Montessorischolen in Nederland zijn aangesloten.

Ouders kunnen lid worden ven de NMV. Ze krijgen dan regelmatig het blad  Montessori Mededelingen toegezonden. De NMV verzorgt de Montessori-opleiding, geeft nascholing en geeft boeken uit over het Montessori-onderwijs.

De NMV controleert tevens de kwaliteit van de Montessorischolen. Alleen scholen die voldoen aan de kwaliteitseisen van de NMV, krijgen de erkenning Montessorischool en mogen die naam opde gevel hangen. Ook onze school heeft deze erkenning; de plaquettes hangen naast de ingangen van de school.

Doel van ons onderwijs
Maria Montessori heeft zich haar leven lang ingezet voor wat zij noemde "de rechten van het kind". Ze bedoelde daarmee: de nodige hulp bieden, waardoor het kind zich kan ontwikkelen tot een zelfstandige persoonlijkheid die verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor zichzelf, zijn omgeving en de samenleving waarvan hij deel uitmaakt.

Wat zijn de kernpunten?
Maria Montessori was er heilig van overtuigd, dat de eerste levensjaren van een kind van het grootste belang zijn. Als we worden geboren, zijn we nog lang niet 'af'. Vanaf het moment van de geboorte heeft het kind nog een lange weg van ontwikkeling te gaan, vooral in geestelijk opzicht. Al die ontwikkelingen die het kind de eerste levensjaren doormaakt, vinden plaats in wisselwerking met de omgeving waarin het kind opgroeit. Ouders, broertjes, zusjes, andere familieleden, maar ook het land, de cultuur waar het kind ter wereld komt, maken deel uit van die omgeving. Allerlei indrukken prikkelen het kind om zich te ontwikkelen. Het is belangrijk, dat deze prikkels een positief karakter hebben en tegemoetkomen aan de basisbehoeftes van een kind. Een kind heeft behoefte aan veiligheid en liefde, maar ook aan interessante bezigheden waarmee hij of zij de wereld kan ontdekken.

Opbouwwerk
De kwaliteit van de omgeving is naast het karakter, mogelijkheden en het temperament van het kind, in belangrijke mate bepalend voor de omgeving. Het is goed om er eens bij stil te staan wat een geweldig opbouw werk het kind de eerste jaren van het leven verricht.
Van een klein wezentje, volslagen hulpeloos en afhankelijk, tot de persoonlijkheid die het eens zal zijn. Ieder mens is gemaakt om te leren. Niemand hoeft een kind te dwingen om te leren lopen of praten. Kinderen zijn van nature toegerust met een onverzadigbare drang tot verkennen en experimenteren.

Zelfstandigheid
Montessori was van mening dat aan al deze energie een onbewuste doelgerichtheid ten grondslag ligt: het kind wil groot worden. De slogan "help mij het zelf te doen" bevat dan ook de kern van het montessori-onderwijs en de montessori-opvoeding. Zich bevrijden uit een toestand van afhankelijkheid en steeds zelfstandiger worden is voor elk kind een levenszaak van de eerste orde. Het proces van groot worden moet het kind zelf volbrengen: niemand kan dat voor hem of haar doen. Daarom is het volgens Montessori zo belangrijk, dat het kind de vrijheid krijgt om zijn omgeving te ontdekken en de dingen zelf te doen die het zelf ook kan. Het kind heeft daarbij de hulp van de volwassenen in zijn omgeving nodig.

Gevoelige perioden
In zijn ontwikkeling doorloopt het kind een aantal fasen waarbinnen er een verhoogde belangstelling bestaat voor bepaalde activiteiten. Montessori noemt dit de "gevoelige perioden". De belangstelling van het kind stuurt spontane activiteit. Gedurende zo'n gevoelige periode kan een kind zich onvermoeibaar en met grote concentratie bezighouden met het onder de knie krijgen van een bepaalde vaardigheid. Elk kind doorloopt in een eigen tempo en volgens een vast grondplan de verschillende perioden. Het is de volwassene die hem de gelegenheid moet geven om zich volgens dit grondplan te ontwikkelen.

 
Voorbereide omgeving
Ook op school scheppen de leerkrachten een leeromgeving waarin de kinderen materialen en activiteiten vinden, die passen bij hun ontwikkeling en belangstelling. Hierdoor is de kans groot, dat kinderen hun aangeboren nieuwsgierigheid behouden. De verschillen tussen kinderen en hun ontwikkelingsgang kan leiden tot allerlei vormen van differentiatie. Daarbij komt nog dat in een montessorigroep kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten, waardoor zij op veel verschillende manieren met elkaar kunnen samenwerken en elkaar helpen.

Een belangrijk onderdeel in de leeromgeving vormen de leermiddelen, het ontwikkelingsmateriaal genoemd. De bedoeling is dat kinderen zichzelf ontwikkelen door het werken met dit materiaal. Voor iedere ontwikkelingsfase is ander materiaal nodig.

Tijdens het dagelijkse werken in de groep, kiezen de kinderen hun eigen werk. Zo wordt tegemoet gekomen aan hun spontane belangstelling. In principe kunnen ze zelf bepalen wanneer en hoelang ze met bepaalde werkjes bezig willen zijn.

De kinderen hebben niet alleen keuze- en tempovrijheid. Ze zijn zelf eveneens de maat voor wat ze presteren: iedereen doet datgene wat hij kan zo goed mogelijk naar eigen vermogen (niveauvrijheid). IN de groep mogen kinderen zelf het materiaal uit de vaste plaats in de kast gaan halen en het er na gebruik weer in terugzetten (bewegingsvrijheid).